PFAS in mijn tuin

Hoeveel PFAS zit er in mijn (moes)tuin? Hoeveel komt er terecht in de door mij geteelde groenten en fruit? Kan ik (blijven) eten uit mijn eigen tuin? En hoe kan ik mijn tuin het beste water geven? Op die vragen is na uitgebreid onderzoek een antwoord.

We weten steeds meer over PFAS en wat dit betekent voor uw gezondheid. In 2021 en 2022 hebben de gemeenten Dordrecht, Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden een onderzoek laten uitvoeren in verschillende moestuinen rondom Chemours. 28 soorten groenten en fruit uit moestuinen zijn met de nieuwste technieken onderzocht op PFOA, GenX en andere PFAS-stoffen. Dit onderzoek is in september afgerond en het RIVM heeft adviezen gegeven over het eten van groenten en fruit uit de (moes)tuin.

Uit dezelfde moestuinen zijn monsters genomen van grond, grondwater, water uit de sloot en regentonnen. Deze zijn door adviesbureau Arcadis ook onderzocht op PFAS. De resultaten daarvan zijn bekend. We kunnen nu ook advies geven over hoe u uw groenten, fruit en planten het beste water kunt geven.

Adviezen over het eten uit en het gebruik van de tuin

Eten uit de tuin
De meeste moestuineneigenaren kunnen groenten en fruit blijven eten, zoals ze gewend zijn. De gehalten aan PFAS zijn in de meeste tuinen laag, waardoor er maar weinig in het groenten en fruit terecht komt. Het eten uit de eigen tuin kan het hele jaar door.

Helaas is dit niet overal het geval. Bij enkele moestuinen in gemeente Sliedrecht bevatten de tuinen veel PFAS. Het RIVM adviseert daar om helemaal geen groenten en fruit uit de tuin te eten. Tenzij er bakken met nieuwe grond worden gebruikt. In een gebied eromheen zijn de gehalten PFAS ook hoger, maar blijft de door het RIVM berekende inname wel onder de gezondheidskundige grenswaarde (de norm van het RIVM). Dit betekent dat u gewassen uit de tuin kunt blijven eten. Wel is het advies om dit niet hele jaar door te doen. Wissel ook af en toe af met groenten en fruit uit de supermarkt.

Gebruik van de tuin (het water geven)
Alle moestuineigenaren kunnen regen- en kraanwater gebruiken voor het water geven van de (moes)tuin. Ook kunnen veel moestuineigenaren slootwater gebruiken. Maar helaas geldt dit niet voor iedereen. Dichtbij de fabriek van Chemours zit er namelijk veel PFAS in het slootwater.

Bij enkele moestuinen in Sliedrecht wordt daarom het gebruik van slootwater afgeraden. In een paar moestuinen in Papendrecht zit minder PFAS in het slootwater, maar is toch het advies om het gebruik van slootwater te beperken en dit af te wisselen met regenwater. Dit omdat mensen in het dagelijks leven ook op andere manieren PFAS binnenkrijgen.

Adviezen in kaart
Kaartje totaal moestuinonderzoek

Op de kaart staan de gebieden waar onderzoek is gedaan. Met de kleuren rood, oranje en groen staat aangegeven welk advies geldt.

  • Rood (binnen de rode stippellijn):
    Eet geen groenten en fruit uit de volle grond in de tuin. Dit geldt ook voor de kas. Gebruik het liefst bakken met nieuwe grond. Bij bakken met nieuwe grond kan regen- en kraanwater gebruikt worden voor het water geven van groenten, fruit en planten. Het gebruik van slootwater wordt afgeraden.
  • Oranje (binnen de oranje stippellijn en buiten de rode stippellijn):
    Wissel groenten en fruit uit de tuin af met groenten en fruit uit de winkel. De moestuinen van cluster B in Papendrecht (zie het oranje met bruin gestreepte vlak bij de letters B-P op het kaartje) kunnen regen- en kraanwater gebruiken. Gebruik niet te vaak slootwater. De andere tuinen in het oranje gebied kunnen regen-, kraan- en slootwater gebruiken.
  • Groen (buiten de rode – en oranje stippellijn):
    Eet gerust groenten en fruit uit de tuin. Gebruik regen-, kraan- en slootwater.

Het onderzoek

Gewasmonsters uit moestuinen
Er zijn 1500 monsters van groenten en fruit uit 20 moestuinen genomen in de gemeenten Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Molenlanden. Ook zijn er monsters genomen uit twee tuinen in de gemeente Hoeksche Waard.

De twee tuinen in de Hoeksche Waard liggen ver van de fabriek en niet in de windrichting. Daarom zijn deze tuinen als vergelijking gebruikt. Ook wel referentietuin genoemd. De uitstoot vanuit de fabriek in Dordrecht heeft geen invloed en we gaan er daarom van uit, dat deze tuin ongeveer dezelfde hoeveelheid PFAS bevat als alle tuinen in Nederland.

De tuinen in de vier andere gemeenten zijn zo uitgekozen, omdat zij op verschillende afstanden liggen van de fabriek. Zo meten we of de afstand vanaf de fabriek invloed heeft op de PFOA en GenX in het gewas. Daarnaast zijn het grote tuinen, zodat de onderzoekers genoeg monsters konden nemen.

Meten van de hoeveelheid PFAS en het berekenen van de maximale inname voor mensen
Het laboratorium van de Wageningen Food Safety and Research (WFSR) heeft de hoeveelheid PFOA, GenX, en 15 andere PFAS-stoffen gemeten in de monsters. Hiervoor zijn de nieuwste meettechnieken gebruikt, waardoor zij ook hele lage hoeveelheden konden meten.
Het RIVM heeft de metingen van WFSR omgerekend naar de hoeveelheid PFAS die mensen binnen kunnen krijgen als zij het hele jaar groenten en fruit uit de moestuin eten. Het RIVM gebruikt daarvoor onder andere de voedselconsumptiepeiling. Die geeft aan hoeveel voedsel personen in Nederland eten.

Grond en wateronderzoek
Arcadis is een adviesbureau met veel kennis over PFAS. Ze hebben monsters genomen van grond, grondwater, water uit de sloot en regentonnen. Deze zijn onderzocht op de hoeveelheid PFAS. Daardoor kunnen we zien of er een relatie is tussen de PFAS in groenten en fruit en PFAS in de grond en het water. Uit het onderzoek blijkt dat dit het geval is.

De rapporten

Toekomstige ontwikkelingen

De komende jaren wordt er nog meer onderzoek uitgevoerd naar PFAS in de natuur. Dat geldt ook voor onderzoek naar de effecten van PFAS op het milieu en op de gezondheid. Dit gebeurt onder andere door het RIVM.
Wij volgen deze ontwikkelingen goed. Als er dingen veranderen die voor u belangrijk zijn, informeren we u onder andere via de website www.ozhz.nl/pfasinmijntuin en www.dordrecht.nl/chemours.

Veelgestelde vragen en antwoorden

Bekijk hiernaast het overzicht van veelgestelde vragen. Staat u vraag er niet tussen? Neem dan contact op met Karin van der Akker, projectleider van dit onderzoek.