Toespraak burgemeester tijdens Holocaust Herdenking

Op maandag 27 januari was de jaarlijkse Internationale Herdenkingsdag voor de holocaust. Op deze dag herdenkt men de Holocaust waarbij door volkerenmoord ongeveer 6 miljoen Joden zijn vermoord. Ook herdenkt men andere slachtoffers van de naziperiode, waaronder de Roma en Sinti. In Sliedrecht vond de Herdenking plaats in de Dijksynagoge. Het bestuur van de Dijksynagoge heeft burgemeester Jan de Vries gevraagd een toespraak te houden.

Herdenking holocaust

Lees hieronder de toespraak van burgemeester Jan de Vries:

Dames en heren,

Tijdens de dodenherdenking op 4 mei jl. liep ik figuurlijk met u door Sliedrecht. Samen stonden wij stil bij de struikelstenen voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. We stonden zo ook stil bij de struikelstenen voor de slachtoffers van de Holocaust. We stonden stil bij vier Joodse Sliedrechtse families die zijn vermoord in Auschwitz of een van de andere vernietigingskampen. Net zoals dat ook vanavond gebeurde, mag ik ieder jaar op Jom Hasjoa samen met mijn collega Dirk Heijkoop hun namen en die van de vermoorde Joden uit Hardinxveld-Giessendam voorlezen. Ook vanavond weer, is dat een indrukwekkend en emotioneel moment waar je stil van wordt. 

Vanavond staan wij hier in onze Dijksynagoge ook samen stil. En we worden stil van de verschrikkingen van de Holocaust. Op de dag dat we herdenken dat 80 jaar geleden het vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd. In het jaar dat we ook samen de vrijheid vieren. Herdenken en vieren. Het lijken tegenpolen maar ze kunnen niet zonder elkaar.

Nooit meer Auschwitz

Van de 140.000 Joden die in 1940 in Nederland woonden, hebben 102.000 de oorlog niet overleefd. Ook na 80 jaar blijft het nodig om stil te staan bij hun leed en hun offer. Daarom spreken we ook vanavond uit: ‘Nooit meer Auschwitz’. Nooit meer racisme, nooit meer discriminatie, nooit meer antisemitisme, nooit meer haat, nooit meer uitsluiting, nooit meer mensenrechtenschendingen. Nooit meer de industriële massavernietiging die we hebben gezien in Auschwitz en andere concentratie- en vernietigingskampen. Nooit meer deze ontmenselijking.

Holocaustmuseum

Vorige week zondag bezocht ik het Nationaal Holocaustmuseum. Daar kocht ik deze ansichtkaart.
Daarop staat een tekst uit de Joodse Talmoed:

‘Zien leidt tot bewustzijn en bewustzijn leidt tot handelen.‘

Zien, dat doe je in dit nieuwe museum. Je wandelt figuurlijk door de geschiedenis van de vermoorde Nederlandse Joden. Dat gaat aan hand van 19 tragische persoonlijke verhalen. Die worden verteld met beelden, geluidsfragmenten, brieven en voorwerpen. Om nooit te vergeten. 19 ‘Vergeet-me-nietjes’, zoals het museum ze noemt.

Stap voor stap word je in het museum meegenomen in deze dramatische geschiedenis van onze mensheid. Of dichterbij. De dramatische geschiedenis van ons land, de dramatische geschiedenis van onze landgenoten, de dramatische geschiedenis van onze dorpsgenoten in Hardinxveld-Giessendam en Sliedrecht en misschien ook wel de dramatische geschiedenis van uw en jouw familie. Je wordt er stil van. Ik heb nog nooit een museum bezocht waar de bezoekers zo stil waren.

Anti-Joodse maatregelen

‘Zien leidt tot bewustzijn en bewustzijn leidt tot handelen.‘

Zien, dat kan ook in Sliedrecht. In onze straten liggen de struikelstenen van de vermoorde Joodse families. Zij waren zeer actief in onze Sliedrechtse gemeenschap. In het verenigingsleven, het ondernemerschap en het vrijwilligerswerk. Het waren ‘echte Sliedrechters’, zo zouden wij nu zeggen. Hun namen en adressen werden door de gemeente Sliedrecht gedeeld met de Duitse bezetters. Op 4 mei jl. noemde ik dat een dieptepunt in de geschiedenis van onze gemeente. Vijf families zochten een veilig heenkomen elders en vier bleven er in Sliedrecht. Allen werden later afgevoerd en vermoord.

De handelwijze van de gemeente Sliedrecht was niet uniek. Direct na de invasie door Nazi Duitsland werd het openbaar bestuur door hen overgenomen. Niet altijd door de zittende bestuurders of ambtenaren te vervangen, maar door verordeningen uit te vaardigen. Vooral verordeningen die gericht waren op de Joodse bevolking van ons land. In het Nationaal Holocaustmuseum zijn de wanden volledig voorzien van teksten vol anti-Joodse maatregelen. Het zogenaamde ‘Misdadenbehang’. Vanaf mei 1940 vaardigde de Duitse bezetter deze maatregelen uit om Joden te discrimineren, te isoleren, te beroven en te deporteren. In 1941 verplichtte de bezetter bijvoorbeeld dat Joden zich lieten registreren en in 1942 dat zij een Jodenster moesten dragen. Veel van deze maatregelen werden uitgevoerd door Nederlandse bestuurders en ambtenaren.

Sluipenderwijs

‘Zien leidt tot bewustzijn en bewustzijn leidt tot handelen.‘

Zien leidt tot bewustzijn. Het bewustzijn dat de Joden sluipenderwijs steeds verder werden uitgesloten, gediscrimineerd, gedemoniseerd en ontmenselijkt. De voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité verwoordde het gisteren bij de Nationale herdenking als volgt: “De Holocaust begon met woorden. We weten nu dat de kleinste vonken van intolerantie kunnen uitgroeien tot een verwoestend vuur.”

De anti-Joodse maatregelen van de Duitse bezetter begonnen met een schijnbaar onschuldig verbod op het onverdoofd slachten, waardoor de Joden niet meer koosjer konden slachten en eindigden met hun deportatie naar de vernietigingskampen.     
Wie de serie De Joodse Raad heeft gezien, beseft dat soms ook is meegewerkt aan de anti-Joodse maatregelen in de veronderstelling of hoop zo erger te voorkomen. 

Het ging sluipenderwijs, er was nauwelijks protest vanuit onze Nederlandse samenleving. Er heerste veel onverschilligheid. De maatregelen werden soms plichtsgetrouw uitgevoerd. Nergens in Europa werd zo’n groot deel van de Joodse bevolking weggevoerd als in Nederland, zo leerde ik in het museum. Ik weet niet wat u daarbij voelt, maar het vervult mij met plaatsvervangende schaamte.

Gelukkig waren er ook Nederlanders die niet lijdzaam toekeken maar opstonden. Een onderduikadres boden, hielpen te vluchten en verzet boden.

Goed of fout

Het ontsluiten van de archieven over de Nederlanders die met de Duitse bezetter samenwerkten heeft in de afgelopen tijd veel teweeg gebracht. Sommige families worden plotseling geconfronteerd met een onbekend en ongemakkelijk deel van hun familiegeschiedenis. Onbekende zaken werden opgelost. Anderen stelden vraagtekens bij de betrouwbaarheid van toenmalige onderzoeken. Ik denk dat het goed is dat ook dit pijnlijke deel van onze geschiedenis openbaar is geworden. Maar laten we het vooral niet houden bij alleen een feitelijke registratie of constatering.

Na lezing van de archieven is het misschien makkelijk om snel te oordelen en te veroordelen. Maar laten we vooral van deze nieuwe informatie proberen te leren. Het is soms een dunne scheidslijn tussen goed of fout. Een lijn die ook dwars door families, vrienden en dorpsgenoten heen kan zijn getrokken. Waar de een meewerkte met de bezetter was de ander lid van het verzet. En weer een ander probeerde het gewone leven zoveel mogelijk te hernemen, zonder zich in te laten met de Duitse bezetter of het verzet.

Wat zou jij doen?

‘Zien leidt tot bewustzijn en bewustzijn leidt tot handelen.‘

In het Nationaal Holocaustmuseum wordt de vraag gesteld: ‘Hoe zouden wij zelf handelen in soortgelijke omstandigheden?’ Wat zou jij doen? Wat zou ik doen?

In voorbereiding op vanavond stelde ik mij verschillende vragen:
Zou ik als burgemeester in oorlogstijd op mijn post zijn gebleven?
Zou ik de Duitse verordeningen onverkort hebben uitgevoerd?
Zou ik de moed hebben gehad om met de Liniecrossers de Merwede over te steken?
Zou ik mijn geliefde dagblad Trouw, toen een verzetskrant, illegaal hebben bezorgd?
Zou ik, zoals mijn opa en oma De Vries en velen anderen, Joden een onderduikadres hebben geboden?
Of zou ik eerder weg hebben gekeken bij het discrimineren, isoleren, beroven en deporteren van Joden?

Ik weet het antwoord op al deze vragen niet. Wat ik wel weet, is het besef …

… dat een daad van verzet een dappere daad was, waarbij jouw leven of dat van je geliefden gevaar liep. Dat vervult mij vandaag met diep respect.

Ook het besef, dat goede motieven soms konden leiden tot foute keuzes. Dat maakt mij vandaag nederig.

En het besef, dat gewone redelijke mensen onder invloed van propaganda, nationalisme en oorlog veranderden in fanatieke vervolgers en moordenaars. Dat  baart mij vandaag grote zorgen.

Ik hoop daarom dat dit bijzondere herdenkingsjaar, de ontsluiting van de archieven en mogelijk ook een bezoek aan het Nationaal Holocaustmuseum leiden tot gesprekken aan de keukentafels. Gesprekken over ‘Wat zou jij doen? Wat zou ik doen?’ Gesprekken tussen de generaties. Gesprekken tussen kinderen en hun ouders en grootouders. Gesprekken op school. Gesprekken tussen buurbewoners en dorpsgenoten. Ik denk dat ons Sliedrechts Museum en ook deze Dijksynagoge, waar de Joodse gemeenschap van Hardinxveld-Giessendam en Sliedrecht samenkwam, zo’n plek kunnen zijn om deze gesprekken te voeren.

Het kan weer gebeuren

‘Zien leidt tot bewustzijn en bewustzijn leidt tot handelen.‘

Over handelen gesproken, dat doet mij denken aan deze andere kaart die ik kocht in de museumwinkel:

‘Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren. Dat is de kern van wat wij te zeggen hebben.’

Een uitspraak van Primo Levi, die vandaag precies 80 jaar geleden uit Auschwitz werd bevrijd. Zijn kampervaringen schreef hij op en maken nog steeds diepe indruk. 

‘Nooit meer Auschwitz’, zegt u mij vanavond vast na. Ondanks deze mooie woorden kan het toch weer gebeuren. Sluipenderwijs wordt ook onze samenleving geïnfiltreerd door haat, racisme, discriminatie, nationalisme en een toenemend antisemitisme.

‘Zien leidt tot bewustzijn en bewustzijn leidt tot handelen.‘

Wij hebben de verschrikkingen van Auschwitz en andere vernietigingskampen gehoord, gelezen en gezien. Ik hoop dat deze herdenking en het jaar waarin wij 80 jaar vrijheid vieren leiden tot een groter bewustzijn. Het bewustzijn dat wij onze vrijheid moeten koesteren. Het bewustzijn dat fundamentele mensenrechten en medemenselijkheid op het spel staan. Het bewustzijn dat het weer kan gebeuren.

De Holocaust begon met woorden. Het kan weer gebeuren, als wij onverschillig blijven bij alle uitingen van haat, racisme, discriminatie, nationalisme en antisemitisme. Ongeacht of het nu op straat, in de kroeg, op het veld, in de raad of online gebeurt. We mogen dit niet gewoon gaan vinden. We moeten samen een grens trekken.    

‘Nooit meer Auschwitz’ is niet alleen een diepe wens maar voor ons allen ook een opdracht. Een opdracht om te handelen. Een opdracht om samen op te staan en ons uit te spreken tegen onrecht. Een opdracht om samen op te staan tegen haat, nationalisme, discriminatie en antisemitisme. Een opdracht om samen in verzet te komen als anderen niet mogen zijn wie ze zijn, als zij bedreigd worden in hun menszijn.

‘Zien leidt tot bewustzijn en bewustzijn, leidt tot handelen.‘

Alleen zo kan ‘Nooit meer Auschwitz’ werkelijkheid worden.